Browse results

You are looking at 1 - 10 of 591 items for :

  • Primary Language: Dutch x
  • Search level: Titles x
  • Status (Books): Out Of Print x
Clear All
De weerspiegeling van de Surinaamse samenleving in het werk van het Doe-theater, 1970-1983
Met de cabaret-musical Land te koop nemen Thea Doelwijt en Henk Tjon het Surinaamse en Nederlandse publiek in 1973 mee op ontdekkingsreis door Suriname. Na het succes van deze voorstellingenreeks richt het duo een vast gezelschap op: het Doe-theater. In de tien jaar die volgen groeit dit theatergezelschap uit tot een begrip in Suriname. Het Doe-theater streeft een professionele en eigen theatervorm na waarin alle Surinaamse culturen zichzelf kunnen herkennen en waarmee de bevolking bewust wordt gemaakt van misstanden in de samenleving. Door deze combinatie van professioneel, multicultureel en maatschappijkritisch theater heeft het Doe-theater een unieke plek in de culturele geschiedenis van Suriname.

Lachen, huilen, bevrijden beschrijft het reilen en zeilen van het Doe-theater tegen de achtergrond van een veelbewogen Surinaamse geschiedenis. Het portret dat zo ontstaat, is gebaseerd op het privéarchief van Thea Doelwijt, interviews met voormalige Doe-theaterleden en andere betrokkenen en Surinaamse en Nederlandse krantenartikelen. Foto’s, liederen, theaterteksten en de bijgevoegde documentaire Libi Span van Jan Venema geven een levendig beeld van het Suriname van toen.
Editor:
Met de opheffing van het land de Nederlandse Antillen verdwijnt ook het ambt van gouverneur van de Nederlandse Antillen, een ambt dat in de afgelopen twee eeuwen van grote betekenis is geweest voor de zes eilanden en het Koninkrijk. Dit boek biedt een portrettengalerij van de dertig mannen die sinds 1815 het Koninkrijk als gouverneur dienden. Van iedere gouverneur—Nederlanders tot 1962, sindsdien Antillianen—wordt de levensloop geschetst, met nadruk op de ambtsperiode; het ambtsportret completeert de biografie. De levensschetsen geven een beeld van de (post)koloniale verhoudingen en de ontwikkelingen op de eilanden, maar bieden vooral informatie over achtergrond, macht en onmacht, visie en functioneren van de gouverneurs. In de inleiding worden de ontwikkelingen van het ambt en van het profiel van de gouverneur geschetst tegen de achtergrond van de staatkundige ontwikkeling van de Antillen: van kolonie via autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederland tot de eindfase, waarin het land uiteenviel in zes eilanden met elk een eigen staatkundige positie binnen het Koninkrijk. Een kunsthistorische toelichting op de geschilderde portrettengalerij besluit het boek.
De gouverneurs van de Nederlandse Antillen werd geschreven in opdracht van het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen. Vier historici—Aart G. Broek, Ronald Donk, Wim Renkema en Dirk J. Tang—schreven de portretten, kunsthistorica Renske van der Zee belichtte de schilderijen. Gert Oostindie leidde het project en tekende voor de inleiding.
Dit boek kwam mede tot stand door financiële bijdragen van het Ministerie van Algemene Zaken, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Prins Bernhard Cultuurfonds Nederlanse Antillen en Aruba, de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten en de Maduro & Curiel’s Bank.
Raden Mas Noto Soerota: Javaan, dichter, politicus, 1888-1951
Author:
In Mijn aardse leven vol moeite en strijd reconstrueert René Karels het leven van Noto Soeroto (1888-1951), een bijzondere Javaan van adellijke afkomst die in 1906 naar Nederland komt om te studeren, een Nederlandse vrouw ontmoet, twee zonen en een dochter krijgt en in 1932 zonder zijn gezin teleurgesteld terugkeert naar Java.
Noto Soeroto's leven vormt een aaneenschakeling van ups en downs. Hij is de bejubelde schrijver van zeven dichtbundels, de bevlogen ijveraar voor de toenadering van oost en west en de onvermoeibare strijder voor de ontwikkeling van Java. Maar hij is ook de uitgever-boekhandelaar in voortdurende geldnood en de gedesillusioneerde politicus, gewantrouwd en verguisd door zijn landgenoten, omdat hij zich tegen het militante nationalisme verzet.
Terug op Java, waar de steun voor het nationalisme inmiddels sterk is gegroeid, verbindt hij zich aan de vorst van het Mangkoenegarase huis in Solo, die hij twintig jaar eerder in Den Haag had leren kennen. Ook hier wacht hem het isolement. Noch door de nationalisten, noch door de aanhangers van het kolonialisme wordt hij vertrouwd. Nog éénmaal ziet hij zijn vrouw en kinderen, wanneer hij in 1937 in het gevolg van de vorst meereist naar Nederland ter gelegenheid van het huwelijk van Juliana en Bernhard. Maar ook hierna vertrekt hij alleen. De Tweede Wereldoorlog doet het gezin van Noto Soeroto voorgoed uiteenvallen. Pas in november 1951, een dag voor zijn overlijden, ziet Noto Soeroto in Solo zijn jongste zoon weer.
Noto Soeroto: Puisi dan Politik Anti Kemerdekaan
Nicolaas de Graaff (1619-1688) leidde een avontuurlijk leven. Op oorlogs- en handelsschepen bereisde hij een groot deel van de toen bekende wereld. Maar liefst vijf keer reisde hij naar de Oost. Op 68-jarige leeftijd keerde hij terug van zijn laatste grote reis. In het jaar dat hem nog restte, schreef hij zijn Oost-Indise spiegel. Dit werk werd samen met zijn reisbeschrijvingen voor het eerst gepubliceerd in 1701, waarna in 1704 een meer uitgebreide herdruk verscheen. De Oost-Indise spiegel verschijnt nu voor het eerst als aparte uitgave, juist omdat dit werk een grote invloed heeft gehad op de beeldvorming over het koloniale verleden. De Graaff neemt in zijn Spiegel geen blad voor de mond. Naast feitelijke informatie over de heen- en terugreis en het leven aan boord van de VOC-schepen geeft hij een uiterst kritisch beeld van de samenleving in Batavia. In felle bewoordingen hekelt hij de in zijn ogen corrupte en verdorven kanten van die samenleving, waarbij vooral de vrouwen het moeten ontgelden. Aan deze passages dankt De Graaff zijn blijvende bekendheid, doordat ze tot op heden steeds weer worden aangehaald en becommentarieerd.
De teloorgang van Nieuw-Guinea in 1961-1962
Author:
Vervlogen verwachtingen is het relaas van een hooggeplaatste bestuursambtenaar in Nederlands-Nieuw-Guinea die de overdracht van Nederlands ‘laatste kolonie in de Oost’ aan de Republiek Indonesië van zeer nabij meemaakte. Als ooggetuige doet Frans H. Peters verslag van de uitvoering van het plan-Bunker, dat op 15 augustus 1962 door Nederland, Indonesië en de Verenigde Naties werd ondertekend. Nederland zou Nieuw-Guinea, na een tussenbestuur van de Verenigde Naties, aan Indonesië overdragen.
De Papoea’s waren in dit plan niet gekend en hun verontwaardiging was groot toen het tot hen doordrong dat het Indonesisch bestuur aanstaande was. Zij staakten en demonstreerden, maar op 1 oktober 1962 begon het korte tussenbestuur van de Verenigde Naties. De auteur schetst een indringend beeld hoe Papoea’s en Nederlanders in Nieuw-Guinea op de overdracht reageerden.
In Vervlogen verwachtingen werkt een Nederlandse bestuursambtenaar samen met Papoea’s in ontwikkelingsprojecten, strijdt hij met hen voor democratisering, maar moet hij uiteindelijk op pijnlijke en emotionele wijze afscheid nemen van Nieuw-Guinea.
Indische componisten, Indische composities, 1898-1945
De componist Constant van de Wall klaagde dat Indische componisten in de muziekgeschiedenis niet werden opgemerkt of domweg werden overgeslagen. De oostenwind waait naar het westen haalt Indische componisten en Indische composities eindelijk uit de vergetelheid.
Henk Mak van Dijk vertelt het fascinerende levensverhaal van componisten, die zich lieten inspireren door gamelan- en krontjongmuziek zoals Constant van de Wall, Paul Seelig, Linda Bandara, Benhard van den Sigtenhorst Meyer, Frans Wiemans, Theo Smit Sibinga en Fred Belloni. Frans Schreuder beschrijft in zijn bijdrage aan dit boek de ontwikkeling van het Europese muziekleven in Indië. De cd bij dit boek geeft unieke voorbeelden van muziek uit Indië in oude en nieuwe opnamen: gamelanmuziek, besproken door Jaap Kunst, historische opnamen van Constant van de Wall met zijn vrouw Maria, krontjong van Belloni en het orkest Eurasia, en opnamen van Renate Arends, zang en Henk Mak van Dijk, piano.
Archiefmateriaal vormt de belangrijkste bron van informatie over Indische componisten en hun muziek, aangevuld met gesprekken met nazaten, materiaal afkomstig uit privécollecties en berichten uit de Nederlandse en Indische pers. Met de talloze foto’s en afbeeldingen levert dit een uniek boek op over de verzonken wereld van de Indische componisten.
Leven en werk van een muzikale patriarch op Curacao
Jan Gerard Palm (1831-1906), de oudst bekende componist van Curaçao, heeft in hoge mate de klassieke Curaçaose muziek bepaald. Dit boek verschaft het bijzondere levensverhaal van deze veelzijdige musicus. Als dirigent verzorgde hij talloze uitvoeringen, heel vaak ook van zijn eigen composities. Zijn dansmuziek – walsen,mazurka’s, danza’s en tumba’s – toont zijn talent. Hiernaast schreef hij ook grotere werken voor orkest, voor piano en viool en voor diensten in de synagoge, de protestantse kerk en de vrijmetselaarsloge die frapperen door hun oorspronkelijkheid en, zoals al zijn werk, een eigen Curaçaose identiteit uitdragen. Als een ware muzikale patriarch heeft Jan Gerard Palm zijn stijl en de traditie aan zijn vele leerlingen doorgegeven. Dit boek is gebaseerd op veel nooit eerder gebruikte informatie uit archieven, interviews en oude publicaties. Tezamen met de talloze foto’s en afbeeldingen levert dit een informatief en boeiend boek op over de klassieke Curaçaose muziek, die te lang is vergeten. De CD bij dit boek bevat een unieke selectie van de pianomuziek van Jan Gerard Palm.
De (post)koloniale biografie
In dit boek worden de levens van tien vooraanstaande personen uit de Nederlandse (post)koloniale geschiedenis beschreven. De aandacht voor het persoonlijk leven biedt een aantrekkelijk perspectief bij het reconstrueren van de impact die deze individuen op de loop van de geschiedenis hebben gehad.
De geportretteerden vertegenwoordigen verschillende sociaal-maatschappelijke groepen uit zowel ‘de Oost’ als ‘de West’. Door hun biografie te verbinden met de nationale heldencultuur van Indonesië en Suriname worden deze levensgeschiedenissen in een breder cultuurhistorisch kader geplaatst. De bijdragen in Tropenlevens zijn onderverdeeld naar tien ‘ideaaltypen’: de activist (Grace Schneiders-Howard), de verheffer (Tjalie Robinson), de militair (Frederik Hirschmann), de homo universalis (Albert Helman), de internationalist (Tan Malaka), de literator (Madelon Lulofs), de dichter (Robin Raveles), de strijder (Sutan Sjahrir), de politicus (Henck Arron) en de adviseur (Sayyid ’Uthmân).
Het boek bevat bijdragen van Cynthia Abrahams, Rosemarijn Hoefte, Nico Kaptein, Michiel van Kempen, Gerry van Klinken, Jan de Lang, Peter Meel, Frank Okker, Harry Poeze, Kees Snoek en Wim Willems.
Comprehensive genealogy of the descendants of the famous Dutch admiral Michiel Adriaenszoon de Ruyter (1607-1676). Published at the occasion of the 400th year of birth of one of Holland's most famous admirals.