Save
Author:
P.L. Nève Beek bij Nijmegen

Search for other papers by P.L. Nève in
Current site
Google Scholar
PubMed
Close
Free access

Op 10 september 2022 overleed in zijn woonplaats Alphen (NBr) prof. mr. Olav Moorman van Kappen, emeritus-hoogleraar Nederlandse rechtsgeschiedenis van de Radboud-universiteit te Nijmegen. Hij stamde uit de Veluwse familie Van Kappen (uit de buurt van Garderen) aan wier naam Olav in 1970 als hommage aan zijn moeder de naam van het geslacht Moorman, waaruit zijn moeder stamde, had laten voegen1.

De eerste dertig jaren bracht onze hoofdpersoon in het westen van ons land door. Op het lager en gymnasiaal onderwijs in Den Haag en Voorburg volgde de rechtenstudie te Utrecht. Hierna kwamen functies in het wetenschappelijk onderwijs in Utrecht, Amsterdam (gu – thans UvA) en Leiden aan de beurt. En ook, in 1965, de publicatie van de ‘Geschiedenis der Zigeuners in Nederland, De ontwikkeling van de rechtspositie der Heidens of Egyptenaren in de Noordelijke Nederlanden (1420 – ± 1750)’. Dit rijk gedocumenteerde Utrechts proefschrift vond in de jaren 1969–1972 een plaats tussen geschriften over het stakingsrecht van ambtenaren en de rechtspositie van het universitaire personeel. Een wetenschappelijke koersverandering leek niet uitgesloten, totdat een droevig voorval Olav in een stroomversnelling bracht die hem definitief voor de rechtsgeschiedenis behield. De Nijmeegse hoogleraar Nederlandse rechtsgeschiedenis Felix Cerutti werd in november 1970 op 55-jarige leeftijd door een verkeersongeval uit het leven weggerukt; op 1 september 1971 trad Moorman van Kappen als zijn opvolger aan. Een gelukkig toeval deed zich toen voor. Cerutti was een groot pleitbezorger geweest van de waarde van de institutionele geschiedenis en van het verrichten van eigen archiefonderzoek door de beoefenaren van de rechtshistorie, en die, tegenover de overheersende oriëntatie op Holland en Friesland, het belang van zijn geliefde Brabant als het oude kerngebied der Lage Landen had benadrukt. De jonge Van Kappen trad in alle drie deze opzichten in zijn voetsporen, zij het met één nuance: bij hem zou het oude hertogdom Gelre deze plaats van Brabant innemen. Zes jaar na zijn benoeming, in 1977, zag een omvangrijke studie (van 233 bladzijden) het licht over de historische ontwikkeling van het waterschapwezen in de Tieler- en Bommelerwaarden tot in het begin der negentiende eew. Een brede stroom van grotere en kleinere geschriften over Gelderse onderwerpen is daarop gevolgd, een stroom van aftakkingen naar het Rijk van Nijmegen en het Overkwartier van Roermond. Soms sijpelde ook een zijarmpje door tot in Maastricht. En behalve met de meer regionale rechtsgeschiedenis zou Van Kappen zich ook – gelijk Cerutti – bezig houden met de geschiedenis van de Nederlandse codificatie, te weten met de uitgave van twee omvangrijke bronnen inzake de Ontwerp-Lijfstraffelijke Wetboeken van 1801 en 1804.

In zijn tweede tiental Nijmeegse jaren (1981–1990) nam niet slechts het aantal wetenschappelijke publicaties toe (149, na 65 in het eerste tiental jaren), maar ook de brede erkenning die de omvang en de kwaliteit van Van Kappens rechtshistorische productie verkregen. Vooreerst wijs ik op de reacties van de vakgenoten, getuige de opname in de Dagelijkse Redactie van het Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis (1983), en van de wetenschappelijke wereld in wijdere zin, bijvoorbeeld de benoeming tot wetenschappelijk lid van de Hollandsche Maatschappij der wetenschappen te Haarlem (1982) en tot gewoon lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in de Afdeling voor de Geschied- en Letterkundige Wetenschappen (1986).

In dezelfde tijd ontwikkelt de Nijmeegse hoogleraar zich tot een waar ambassadeur van de Nederlandse rechtsgeschiedenis. Tal van publicaties getuigen van nog talrijker gastcolleges en voordrachten gehouden in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland maar ook, op een eervolle tweede paats, in Frankrijk en België.

En tenslotte: vooral in het eigen land deed men in brede kring een beroep op de nieuwe hooglaar als feestredenaar, als inleider, als spreker op symposia en congressen, als redacteur van gelegenheidsbundels en wat al niet meer. Het spectrum van de wetenschappelijke interesse verbreedde zich, maar de focus ervan vervaagde.

In het laatste tiental jaren van Van Kappens loopbaan te Nijmegen nam zijn naam en faam in binnen- en buitenland niet af. Ik vermeld slechts dat hij in 1996 benoemd werd tot doctor honoris causa aan de Université René Descartes te Parijs (F). De uitreiking van het diploma en de eretekenen vonden plaats in de Sorbonne te Parijs op 12 december 1996.

Maar de wetenschappelijke productie van de gelauwerde slonk het laatste decennium in omvang. In de periode 1981–1990 signaleerde ik 149 wetenschappelijke publicaties, de tien jaren hierna (1991–1999/2000) een negentigtal exemplaren. Ontmoedigende koerswijzigingen in het beleid van de faculteit die – hoewel de universitaire bestuurderen op papier de regionale functie van de universiteit onderkenden en erkenden – toch in haar eigen handelen weigerde aan de beoefening van de regionale rechtsgeschiedenis de haar toekomende positie toe te kennen, hadden hun sporen nagelaten.

P.L. Nève

Beek bij Nijmegen

pl.neve@planet.nl

Aanvullende bibliografie van Prof. mr. O. Moorman van Kappen (2000–2017)2

Classificatie van de publicaties:

A = Afzonderlijk verschenen publicaties (boeken, brochures enz.);

B = Bijdragen aan opstellenbundels, gedenk- en jaarboeken, verzamel- en seriewerken;

C = Tijdschriftartikelen; D = Bronnenuitgaven;

E = Boekbesprekingen;

F = Niet-wetenschappelijke publicaties

2000

B 351. Étudier le droit d’après la méthode de Joannes van der Linden (1765–1835), in; Chr. Leduc (éd.), Droit et Communication: dire, enseigner, publier, Actes des Journées Internationales de la Société d’histoire du droit et des institutions des pays flamands, picards et wallons (Douai – Arras, 9–11 mai 1997), [Cahiers Scientifiques de l’Université d’Artois, 15], Arras 2000, p. 21-29.

B 352. Zur Nimwegener Zivilprozeßordnung von 1608, in: J. Hausmann und T. Krause (Hrsg.), ‘Zur Erhaltung guter Ordnung’, Beiträge zur Geschichte von Recht und Justiz, Festschrift für Wolfgang Sellert zum 65. Geburtstag, Köln – Weimar – Wien 2000, p. 319-349.

C 353. Politie en justitie te Nijmegen in 1653, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 68 (2000), p. 301-311.

E 354. [recensie van:] E. Holthöfer, Beiträge zur Justizgeschichte der Niederlande, Belgiens und Luxemburgs im 19. und 20. Jahrhundert, [Veröffentlichungen des Max-Planck-Instituts für Europäische Rechtsgeschichte, Rechtsprechung: Materialien und Studien 6], Frankfurt am Main 1993, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 68 (2000), p. 180-183.

F 355. Woord vooraf, in: J.A.H. Bots e.a. (red.), Het Gelderse Athene, Bijdragen tot de geschiedenis van de Gelderse universiteit in Harderwijk (1648–1811), [Werken Gelre, 54], Hilversum 2000, p. 7-8.

2001

B 356. De betekenis van de Staatsregeling-1798 toen en nu, Inleiding tot het colloquiumthema, in: O. Moorman van Kappen en E.C. Coppens (red.), De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1798, Opstellen opgedragen aan de nagedachtenis van Dr. Mr. L. de Gou, Tevens acta van het rechtshistorisch colloquium over de betekenis van deze staatsregeling voor de rechtsontwikkeling in Nederland (Utrecht – Nijmegen, 11 en 12 december 1998), [Rechtshistorische Reeks van het Gerard Noodt Instituut, 46], Nijmegen 2001 p. 1-8.

B 357. De positie van de rechterlijke macht vóór en na de staatsgreep van 22 januari 1798, in: O. Moorman van Kappen en E.C. Coppens, (red.), De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1798, Opstellen opgedragen aan de nagedachtenis van Dr. Mr. L. de Gou, Tevens acta van het rechtshistorisch colloquium over de betekenis van deze staatsregeling voor de rechtsontwikkeling in Nederland (Utrecht – Nijmegen, 11 en 12 december 1998), [Rechtshistorische Reeks van het Gerard Noodt Instituut, 46], Nijmegen 2001, p. 153-167.

B 358. Die schweizerische Rechtspflege als Leitbild in der geldrischen Veluwe (1705) in: M. Senn und C. Soliva (Hrsg.), Rechtsgeschichte und Interdisziplinarität: Festschrift für Clausdieter Schott zum 65. Geburtstag, Bern – Berlin – Bruxelles – Frankfurt am Main – New York – Oxford – Wien 2001, p. 235-242.

F 359. Woord vooraf, in: O. Moorman van Kappen en E.C. Coppens (red.), De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1798, Opstellen opgedragen aan de nagedachtenis van Dr. Mr. L. de Gou, Tevens acta van het rechtshistorisch colloquium over de betekenis van deze staatsregeling voor de rechtsontwikkeling in Nederland (Utrecht – Nijmegen, 11 en 12 december 1998), [Rechtshistorische Reeks van het Gerard Noodt Instituut, 46], Nijmegen 2001, p. v-vii.

F 360. In memoriam Leonard de Gou, 1916–2000, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 69 (2001), p. 430-434; en: Pro Memorie, Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 3 (2001) [afl. 2], p. 330-333.

F 361. Gelriana, in: Nieuwsbrief Groote Sociëteit Arnhem, october 2001, p. 17-22.

2002

B 362. Zur Geschichte der Amtsgebete in den Niederlanden, in: H. Valentinitsch und M. Steppan (Hrsg.), Festschrift für Gernot Kocher zum 60. Geburtstag, [Grazer rechts- und staatswissenschaftliche Studien, 59], Graz 2002, p. 149-160 [cf. nr. 178].

B 363. Zum neuzeitlichen geldrischen Strand- und Grundruhrrecht, in: L. de Ligt e.a. (ed.), Viva vox iuris romani, Essays in honour of Johannes Emil Spruit, [Studia Amstelodamensia, Studies in ancient law and society, 38], Amsterdam 2002, p. 387-398.

B 364. Zur Lehre von der Subsidiarität der Geldrischen Landrechte, in: P. Blickle, Th.O. Hüglin und D. Wyduckel (Hrsg.), Subsidiarität als rechtliches und politisches Ordnungsprinzip in Kirche, Staat und Gesellschaft – Genese, Geltungsgrundlagen und Perspektiven an der Schwelle des dritten Jahrtausends, [Rechtstheorie, Beiheft 20], Berlin 2002, p. 259-289 [cf. nr. 98].

E 365. [recensie van:] J. Drost, Gelderse Landdagsrecessen, Handelingen en resoluties van de Staten van Gelre en Zutphen 1711–1760, 5 delen, Arnhem 1997– 2002, [Reeks Nadere Toegangen, 1-2, 4-6], in: Bijdragen en Mededelingen Gelre, Historisch Jaarboek voor Gelderland, 93 (2002), p. 224-228.

F 366. De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1798, in: Pro Memorie, Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 4 (2002) [afl. 1], p. 198-199 [Toespraak gehouden te Nijmegen op 23 november 2001 ter gelegenheid van de aanbieding van het eerste exemplaar van de gelijknamige bundel (cf. nrs. 356, 357 en 359) aan mevrouw M.P.Th. de Gou-Houba].

2003

B 367. Een opmerkelijk staaltje van revolutionair-jacobijnse geschiedschrijving: Jacques-Vincent Delacroix over de lotgevallen van onze Republiek ten tijde van stadhouder Willem V en de Patriottenopstand, in: J.R. ter Molen e.a. (ed.), Een vorstelijk archivaris, Opstellen voor Bernard Woelderink, Zwolle 2003, p. 232-236 [cf. nr. 310].

B 368. Zur Geschichte der sogenannten alternativen Streitbeilegung in Europa, in: Sascha Ferz (Hrsg.), Rechtskultur – Streitkultur – Mediation, Die Reaktivierung von verlorener Selbstverantwortung und abgegebener Eigenkompetenz, Symposion der rechtswissenschaftlichen Faktultät der Karl-Franzens-Universität Graz und Joanneum Research vom 14. bis 16. Mai 2003, [Studien zur Rechtswissenschaft, 127], Hamburg 2003, p. 11-27.

B 369. Enige overdenkingen bijDe Gouden Eeuw van Gelre’, in: Jaarboek Numaga, gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving, 50 (2003), p. 97-113.

E 370. [recensie van:] Memorialen van het Hof (den Raad) van Holland, Zeeland en West-Friesland, van den secretaris Jan Rosa, delen xi, xii, xiii, uitgegeven door R.W.G. Lombarts, Paula C.M. Schölvinck, J.Th. de Smidt [en] M.R. van den Toorn, [Rechtshistorisch Instituut – Institut historique de droit Leiden, Serie I, 6], Leiden 1988; Memorialen van het Hof (den Raad) van Holland, Zeeland en West-Friesland, van den secretaris Jan Rosa, Inleiding en registers op de delen (i-iii) iv-xiii, [Rechtshistorisch Instituut – Institut historique de droit Leiden, Serie i, 7], Leiden 1996; Memoriale T uit de Almarie van Bourgonje, 1445–1448 (1453), uitgegeven door R.W.G. Lombarts, L.J. van Soest-Zuurdeeg [en] H.W. van Soest, [Algemeen Rijksarchief, Publikatiereeks, 2], Den Haag 1996; Album Advocatorum, De advocaten van het Hof van Holland, 1560–1811, [samengesteld door] R. Huijbrecht, S. Scheffers [en] J. Scheffers-Hofman, [Algemeen Rijksarchief, Publikatiereeks, 3], Den Haag z.j., in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 71 (2003), p. 222-225.

E 371. [recensie van:] J. van den Broeck, De rechtsleer in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de 18de eeuw, [Iuris Scripta Historica, 15], Brussel 2001, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 71 (2003), p. 240-242.

E 372. [recensie van:] J.-L. Thireau, Introduction historique au droit, Paris 2001, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 71 (2003), p. 249-250.

F 373. De zomervergadering 2003 van Gelre, in: De Heraut Gelre, jrg. 20, nr. 2 (mei 2003), p. 1.

F 374. Afscheidswoord van prof. Moorman van Kappen bij zijn defungeren als bestuurslid van de Stichting ovr, in: Pro Memorie, Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 5 (2003) [afl. 1], p. 210-212.

F 375. Jacques Houben als redactiesecretaris van U&H in: Liber Amicorum et Discipulorum Jacques Houben, Utrecht 2003, p. 37-38.

F 376. De wintervergadering 2004 van Gelre, in: De Heraut Gelre, jrg. 20, nr. 4 (december 2003), p. 1.

2004

C 377. Iets over heerlijkheden en heerlijke rechten, in: Nieuwsbrief 2004 van de Nederlandse Adelsvereniging, p. 16-35 [Voordracht, gehouden op de Algemene Vergadering van de Nederlandse Adelsvereniging d.d. 8 mei 2004 te ’s-Gravenhage; ook verspreid als overdruk].

F 378. De zomervergadering 2004 van Gelre: Het slot Wissen, Het klooster ’s-Gravendal, Het huis Heijen, in: De Heraut Gelre, jrg. 21, nr. 1/2 (mei 2004), p. 1-4.

F 379. De wintervergadering 2005 van Gelre, in: De Heraut Gelre, jrg. 21, nr. 3/4 (december 2004), p. 1-2 [N.B.: Het betrokken nummer vermeldt abusievelijk jaargang 22].

2005

B 380. Zur Vorgeschichte der Staatsangehörigkeit in der Republik der Vereinigten Niederlande, in: S.Chr. Saar, A. Roth und Chr. Hattenhauer (Hrsg.), Recht als Erbe und Aufgabe, Heinz Holzhauer zum 21. April 2005, Berlin 2005, p. 78-89 [cf. nr. 223].

C 381. Zur Holländischen Erklärung der Menschenund Bürgerrechte von 1795, in: Zeitschrift der Savigny Stiftung für Rechtsgeschichte, Germanistische Abteilung, 122 (2005), p. 317-326 [cf. nr. 303].

E 382. [recensie van:] E.J.M.F.C. Broers, Van plakkaat tot praktijk, Strafrecht in Staats-Brabant in de zeventiende en achttiende eeuw, Nijmegen 2003, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 73 (2005), p. 203-205.

E 383. [recensie van:] W. Ogris, Elemente europäischer Rechtskultur, Rechtshistorische Aufsätze aus den Jahren 1961–2003, herausgegeben von Th. Olechowski, Wien – Köln – Weimar 2003, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 73 (2005), p. 213.

E 384. [recensie van:] S. Gropp, De stedelijke muntslag te Deventer en Nijmegen 1528/43–1591, Stedelijk particularisme tegen Habsburgs centralisme in de Oostelijke Nederlanden, [Werken Gelre, 57], Hilversum 2004, in: Bijdragen en Mededelingen Gelre, Historisch Jaarboek voor Gelderland, 96 (2005), p. 235-237.

E 385. [recensie van:] E.H.A. Kocken, Van bouwen, breken en branden in de lage landen, Oorsprong en ontwikkeling van het middeleeuws stedelijk bouwrecht tussen ± 1200 en ± 1550, Een terrreinverkennend onderzoek, [Bouwrecht monografieën, 24], Deventer 2004, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 73 (2005), p. 416-419.

E 386. [recensie van:] W.O. Weyrauch, Das Recht der Roma und Sinti, Ein Beispiel autonomer Rechtsschöpfung, [ Studien zur Europäischen Rechtsgeschichte, 154], Frankfurt am Main 2002, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 73 (2005), p. 438-440.

F 387. Journées de la Société d’histoire du droit et des institutions des pays flamands, picards et wallons à Nimègue (5–7 mai 2005), in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 73 (2005), p. 452-453.

2006

B 388. Het Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland van 1809 in het licht van zijn wordingsgeschiedenis, in: J. Hallebeek en A.J.B. Sirks (red.), Nederland in Franse schaduw, Recht en bestuur in het Koninkrijk Holland (1806–1810), Hilversum 2006, p. 201-220.

B 389. Das Gestühl des geldrischen Lehnsrichters, in: M. Steppan und H. Gebhardt (Hrsg,), Zur Geschichte des Rechts, Festschrift für Gernot Kocher zum 65. Geburtstag, [Grazer Rechtswissenschaftliche Studien, 61], Graz 2006, p. 251-264.

E 390. [recensie van:] J.C.M. Cox, Repertorium van de stadsrechten in Nederland, ‘Quod vulgariter statreghte nuncupatur’, [Werken der Stichting tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandse recht, 33], Den Haag 2005, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 74 (2006), p. 395-398.

E 391. ontbreekt

E 392. [recensie van:] M. Bosman, Het weeshuis van Culemborg 1560–1952, Amsterdam 2005, in: Pro Memorie, Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 9 (2007), p. 131-132.

2013

F 393. In memoriam Hendrik van der Linden (1922–2012), in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 81 (2013), p. 327-330.

2017

F 394. Werner Ogris (9 juli 193513 januari 2015), in: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Levensberichten en Herdenkingen 2017, Amsterdam 2017, p. 76-84.

Noten

1

Koninklijk Besluit van 23 maart 1970.

2

De voor 2000 verschenen publicaties van de auteur zijn opgenomen in de ‘Bibliografie van Prof. mr. O. Moorman van Kappen (1962–1999)’, deel uitmakende van Lex Loci, Opstellen over Nederlandse Rechtsgeschiedenis uit de pen van Prof. Mr. O Moorman van Kappen, (onder redactie van E.C. Coppens e.a.), Nijmegen 2000, p. xv-xlvii. Zie aldaar de nummers 1-350. In de thans uitgegeven ‘Aanvullende bibliografie’ vindt men de nummers 351-394.

Content Metrics

All Time Past 365 days Past 30 Days
Abstract Views 0 0 0
Full Text Views 266 140 10
PDF Views & Downloads 341 192 9